De kracht van GIN
Vorige week had ik een (goed) gesprek waarin het wel en wee van GIN aan de orde kwam. Is het feit dat Geo-Informatie Nederland leunt op vrijwilligers nu een zwakte of een sterkte?
Bij de vereniging en ook op mijn werk heb ik wel eens een SWOT-analyse gebruikt. Lastig aspect: zijn we nu goed of slecht in een bepaald onderwerp? Want iedereen kijkt op zijn eigen manier naar de wereld om hem/haar heen. Je kan de subjectiviteit uit het onderwerp halen door een gemiddelde mening te nemen en er vervolgens een ‘confrontatie’ op los te laten, om zo tot prioriteiten te komen (een gewogen confrontatiematrix, in de vaktaal, mail me voor details).
Hoewel deze blog geen SWOT-analyse-in-één-minuut is, ligt volgens mij de kracht van een vereniging, en dus van GIN, juist bij de vrijwilligers. Amateurs (zij die houden van het werk) of niet, het blijft een enorme sterkte, en zorgt dat GIN dicht bij het belang van leden blijft. Niet dat we geheel zonder professionele ondersteuning zijn (met een bedrijfsburo en bedrijven achter het GIN Congres en het GIN Symposium).
Overigens: gisteren hadden we een traditioneel uitje voor actieve leden. De weergoden waren aan onze zijde: schitterend weer voor een roeitochtje vanuit Utrecht via de Kromme Rijn naar Fort Rhijnauwen voor een rondleiding door Staatsbosbeheer; en weer terug met de roeiboot (Bij Rhijnauwen is geliefd Geofort slechts een buitenfortje). Een dag waarbij de vereniging probeert iets terug te doen voor al die actieve uren, hoewel: we moesten wel zelf roeien! Dus weer actief zijn…, de dag was georganiseerd door het bedrijfsburo (Moss uit Nijkerk).