Ik hou niet van AK – Viva Geografia!
De ruimtelijke spreiding van aardrijkskundegeïnteresseerden was op vrijdag 11 november in Den Bosch geconcentreerd (dank voor het inzicht, Bart Haerkens) en ook ik mocht voor het eerst bijdragen aan dat migratiepatroon. Al werden er hier en daar donkere toekomstwolken geschetst, met een uitverkochte zaal en enthousiasme alom mag het KNAG die toekomst zelfverzekerd tegemoet treden. Maar wie of wat is AK? Dat vroeg ik me meteen bij het zien van de eerste t-shirts af. En helpt AK wel bij die toekomst?
Plenaire programma
Het lukte KNAG voorzitter Yves de Boer vrij snel om ‘zo’n grote klas van negenhonderd deelnemers ineens stil te krijgen’. Hij begon met het goede nieuws, een uitverkocht congres, al 24 GeoFuture scholen, de elfde Geoweek, maar gaf daarna aan dat de positie van aardrijkskunde onder druk staat. Want in het adviesrapport van Platform Onderwijs2032 komt aardrijkskunde maar mondjesmaat aan de orde, terwijl de samenvatting per video suggereert dat kennis over wereld om ons heen een prominente plaats in het onderwijs krijgt. De discussie is nog niet afgerond, maar blijven onafhankelijke vakken wel bestaan?
Kees Koonings nam met zijn lezing over ‘Brazilië in crisis’ de toehoorders mee naar Zuid-Amerika, dat vanaf 2017 onderdeel uitmaakt van het eindexamenprogramma havo/vwo. Kees biechtte meteen op dat er geen kaart in zijn presentatie zou verschijnen. Ondanks dat lukte het hem een inzichtelijk beeld te geven over de economische neergang en de onvrede in de Braziliaanse samenleving, en het structurele onvermogen om dat aan te pakken. In sneltreinvaart werd de ochtend afgesloten met een update over Geoproeven, Geobronnen, Croquiz, de Aardrijkskunde Olympiade (met al 6500 deelnemers) en GIS, dat niet meer weg te denken is in het onderwijs. Onder de tonen van de salsa werden de deelnemers naar het middagprogramma begeleid.
Informatiemarkt
Als nieuweling vallen een aantal zaken op, die de doorgewinterde KNAG-dag-deelnemer mogelijk niet meer zou opvallen: het is een bonte mengeling van standhouders op die markt van ideeën en suggesties. Uitgevers had ik zeker verwacht, en die namen ook een aantal prominente plekken in. Bij hogescholen en universiteiten (‘doe iets nuttigs’ en ‘nieuwsgierige studenten gezocht’), Museon en Watermuseum kan ik me ook meteen wat voorstellen.
Onverwachte deelnemers (voor mij) die lobbyden voor aandacht waren onder andere de Unie van Waterschappen (gepassioneerde waterschappers delen graag kennis over waterbeheer), het KNMI (bijvoorbeeld om leerlingen te helpen om de relevantie van wetenschappelijk onderzoek te begrijpen), Amnesty’s Movies that matter (waar je dvd’s kunt lenen) en Greenpeace. Zij bieden een lessenpakket, waar je in tien lessen tot volleerd (jeugdige) ‘groene vredestichter’ kan worden. Met tips als ‘nodig iemand van Greenpeace uit’ en ‘vraag je ouders over te stappen naar een goede energiemaatschappij voor groene stroom uit wind- of zonne-energie’. Ik zie zeker kansen om de informatiemarkt in de komende jaren met nieuwe organisaties te laten groeien, waardoor de keuze voor de invulling van het lesprogramma door docenten er niet gemakkelijker op zal gaan worden.
Workshopping
Dat het de deelnemers van de dag vooral om leren en kennis te doen was, bleek uit de lege informatiemarkt, zodra de workshopsrondes waren gestart. Er was slechts een enkele docent die spijbelde van een workshop te bespeuren. Een moment van welverdiende rust voor de standhouders.
Het overvolle aanbod van het middagprogramma maakte kiezen wel lastig. Mijn keuze viel op de workshop over het International Year of Global Understanding door Joop van der Schee. In mogelijk de koudste sessie (door thermostaat problemen) was het wel een onderwerp waar ik warm van word: de promotie van geografie, in de context van de uitdagingen waar we met z’n allen voor staan: stedelijke problematiek, een duurzame huishouding etcetera. Een soort van wereldwijde geolobby met als focus ‘begrip voor elkaar’. Lastig om daar tegen te zijn.
Er was ook een gastoptreden door Ferjan Ormeling, die inging op de rol van atlassen bij beeldvorming (zie deze lesopdrachten). Vergelijk je eigen Bosatlas (ik ben van de 47e editie) maar eens met de schoolatlas uit een ander land: een atlas begint met wat ‘wij’ belangrijk vinden, brengt onderwerpen in een gekozen volgorde, en laat onderwerpen bewust weg. De atlas, en de kaart, is niet neutraal. Een denkoefening die niemand misstaat.
Ik hou niet van AK
Mijn enige pijnpunt naar aanleiding van deze leerzame dag, en mogelijk stap ik nu mijn bevoegdheden als columnist te buiten: waarom houden we vast aan ‘AK’ en aardrijkskunde? Als we dan toch sterker willen lobbyen met AK, stel ik voor dat we die afkorting en naam maar geheel laten vallen. Voor de duidelijkheid: ik hou wel van geografie. ‘Geo’ en ‘Geografie’ passen veel beter bij het bredere geografische inzicht dat we in de maatschappij willen stimuleren.
Geografie als naam is veel breder inzetbaar en herkenbaar. Het sluit aan bij de naamgeving van vervolgstudies en zelfs de afkorting Geo past keurig in de agenda van de leerlingen. De campagne ‘Geo is gaaf’ staat al in de steigers. Wie heeft er goede connecties met de Gemeente Epe om www.geo.nl te mogen overnemen? Dus geen KNAGdag meer, maar ‘het Geografiecongres’, georganiseerd door het KNGG. De domeinnaam heb ik alvast geclaimd.
Geschreven voor www.geografie.nl / 30 nov 2016.