Een geheel ander perspectief op een onderwerp kan soms verhelderend werken. Zelf ben ik wel van de ‘als we nu helemaal niets doen, wat gebeurt er dan?” of “als we nu precies het tegenovergestelde doen, wat dan?” Niet meteen een reden om een topic geheel anders aan te pakken, maar toch.
Tijdens de 1e Open Geodata workshop kwam een aantal keer het onderwerp “waar is de waarde van open data?” aan de orde. Als ik die vraag omdraai, kom ik op “hoe stop ik de waarde van open data?” Belangrijkste instrument daarvoor: de gekozen voorwaarden of licentie van de open data, waaraan de gebruiker van de data gebonden is. Wat concrete voorbeelden*:
- “Als u de dataset in originele of aangepaste vorm tegen betaling of gratis als dataset doorlevert of anderszins distribueert, dient u bovendien te vermelden dat de originele dataset voor iedereen gratis beschikbaar is…”. – Zo voorkomt u dat derden een businessmodel opbouwen op de open data, zij moeten immers alle datageheimen meteen prijsgeven.
- “De Gemeente garandeert niet dat de toegang tot de dataset zal worden gecontinueerd of dat deze gratis zal blijven.” – U zaait onduidelijkheid over de toekomst. U geeft u duidelijk aan dat er bij een succesvol businessmodel door derden, er wel eens betaald mag gaan worden voor de geleverde open data.
- ‘het gebouwde product moet significant anders zijn dan onze eigen producten’ – Zo geeft u aan dat u geen concurrentie duldt op de ‘eigen producten’. Met het woord ‘significant’ brengt u significant’ twijfel aan bij de mogelijk waardebouwers.
- ‘als er geen licentie bij de data staat, dan geldt CC-BY-SA’. – Als u niets vindt, dan geldt deze licentie. Ook dit zaait onderzekerheid bij de potentiële waardebouwer, en de licentievorm “SA” zet een businessmodel in de data geheel buiten spel.
Andere manieren om de waarde van open data te verminderen zijn o.a. het eenmalig verstrekken van de open data (goed voor experimenten en leuk van de hackathons, maar het bij waardecreatie/ capture gaat het om de continuïteit), het weglaten van metadata en/of documentatie en het ‘onvindbaar’ ter beschikking stellen.
Een wat negatief blogje, maar het is voor een goed doel (de volgende Open Geodata workshop op 13/14 februari). Ik eindig met een postitieve noot: Onlangs was ik namens GeoBusiness aanwezig bij een Rondetafelbijeenkomst “Licenties en open data” (geen staatsgeheim, neem ik even aan), waarbij vertegenwoordigers van overheidsinstellingen en (potentiële) hergebruikers van publieke open data discussieerden over een geschikte licentievorm voor publieke open data. Daar werd duidelijk aangestuurd op de CC-null licentie, die de meeste kansen voor innovatie dank open data biedt. Met CC-BY (vermelding bronhouder verplicht) bepaalt de licentie een geringe beperking, mits de leverancier een goede reputatie heeft. Voor de open data van het Kadaster is dat geen beperking voor waardecreatie!
* “” zijn exacte quotes van gevonden voorwaarden, ‘’ een vrije interpretatie.
Drawing your thoughts is a great way to visualise your thinking. Drawing forces you to conceptualise, to prioritise, to explain. And it helps to put tacit knowledge to paper. I have been a fan of drawing, remember drawing for hours during class in the back of my notebook. I never was too fond of drawing in between the lines.., it is the kind of restriction that bars imagination and innovative thinking. Clearly, my drawing skills have not improved much since then. But it is ok for drawing to have that child-like aura. That paper notebook has been replaced by a digital one with the great Paper app by FiftyThree. I posted some of them on Tumblr, just for the sake of sharing.
Drawing as serious business
A few years ago I was fortunate to visit the Faculty of Mathematics of the University of Cambridge. One of the things I recall (apart from the topology part of the building and hearing Stephen Hawking speak) are the ubiquitous chalk boards. They were just about everywhere, including the toilets, and all had formulae written all over them. Many were half finished, or at least seemed to be. Some formula resembled numeric poetry.
At work, we tend to have (and use) an abundance of whiteboards. I do miss the smell of chalk talks and the markers are not even a cheaper replacement. These whiteboards are not just there for flow charts, but rather for landscapes of interconnected thoughts. They serve as -and act like- an open invitation to unleash creativity from the right side of the brain. In my opinion, every well thought out sketch outweighs all (business) plan prose. Drawing is serious business.
Drawing for everyone
Everyone can draw and napkins are a good place to start (as are beer coasters). Dan Roam does a good job with his “The back of a napkin” book and method. While googling him I found the good man was just in Amsterdam and I missed his workshop. Maybe next time…
A final remark while I draw this post to a close: I guess most people must think before they can draw. But sometimes, just drawing gets you thinking as well.
Het zal je maar gebeuren: je maakt een wereldkaart, die je snel en met een geweldige interface aan de hele wereld beschikbaar stelt (Google Maps). Blijkt er ineens een heel eiland, Sandy Island, op te staan, dat in het echt ruim onder de zeespiegel ligt, 1400 meter – en dus zelfs geen eiland is. Het overkwam Google afgelopen week en het was even wereldnieuws in de media, blogger-en twittersfeer – de kaartenblunders zijn niet exclusief aan Apple voorbehouden. Het doet ook wel wat Utopisch aan : over een eiland varen, dat er niet is (zie Guardian).
Een mooie reactie van Google vond ik bij de BBC: “A spokesman for Google said they consult a variety of authoritative sources when making their maps.” “The world is a constantly changing place, the Google spokesman told AFP, “and keeping on top of these changes is a never-ending endeavour’.’ Wat voor ‘authoritative sources’ zijn dat, die een eiland (grootte 2x Ameland) helemaal missen?
Dat “authoritative” vertaal ik toch maar met “gezaghebbend”. De bronnen van Google Maps kaarten (ik heb dat even gegoogled…) staan rechtsonderin de kaart. “Kaartgegevens ©2012 GBRMPA, Google, Whereis(R), Sensis Pty Lt”, maar als ik verder inzoom blijft alleen “Kaartgegevens ©2012 Google” over. http://www.gbrmpa.gov.au/ lijkt niet de minste, maar bleek in dit geval niet gezaghebbend genoeg.
Het was ook even een koffiegesprek bij Esri Nederland, irl bij de koffie corner, maar ook op de digitale versie (Yammer). Hoe doen de verschillende basemaps van Esri het? De Oceanenbasiskaart brengt geen stuk land in beeld, Bing Maps brengt helemaal niets, de National Geographic basemap is wat onduidelijker (maar geeft geen land aan), ook de Topografische wereldkaart geeft wel “iets” aan, wat m.i. geen land is, maar het kan beter. OpenStreetMap doet het goed, en brengt niets. Het is nog wat vroeg voor OpenSeaMap.Org. Het eindoordeel is en blijft aan de kaartlezer.
Overigens, dit soort fantoomeilanden zijn blijkbaar niets nieuws (dank Jochem Lesparre via de LinkedIn groep van Geo-Informatie Nederland). Maar ik vraag me af of ‘met de stand van de techniek’ niet mogelijk is om eilanden, die op 1400 meter diepte liggen, globaal op te sporen. Dat zou het gezag van de wereldkaarten in het algemeen en de geografie in het bijzonder (…) zeker goed doen. Of was dit Google’s manier om aandacht en feedback te krijgen van de wereldwijde gebruikers? Inmiddels is het eiland op de grotere schalen niet meer te vinden (als je uitzoomt nog wel).
De tweede opmerking van de Google man/vrouw is ook een aparte, “keeping on top of these changes”. Google lijkt te suggereren dat het eiland er vorig jaar nog wel lag, maar nu ineens is weggezakt, of verschoven? Ook al is Sandy Island maar een klein eiland in een grote oceaan, het spreekt wel enorm tot de verbeelding… zo’n stuk land dat er niet blijkt te zijn. Je zal er maar wonen!
Aardig om te lezen:
http://blog.geogarage.com/2012/11/south-pacific-sandy-island-proven-not.html
http://www.huffingtonpost.com/2012/11/24/sandy-island-doesnt-exist_n_2184535.html