In LinkedIn groepen kan je kennis uitwisselen, feiten en meningen delen, elkaar complimenteren, een digitaal gesprek voeren. Dat gesprek is er nog niet helemaal, maar wat niet is, kan alleen nog maar komen. Niets moet, natuurlijk, op deze GIN groep op LinkedIn, maar dit is wat kan:
- Een bericht insturen van een andere website of blog. Dat bericht moet wel iets met de vereniging hebben, maar we houden het redelijk ruim. Het bericht komt pas na een Like of een Comment in de lijst van Discussions te staan. Als je een bericht teveel Promotie vindt, dan kan je er zelf een Flag bij plaatsen. Ik bekijk dan of dat terecht is (meestal gaat het plaatsen van zo’n Flag per ongeluk…).
- Hulp vragen voor een onderzoek, zoals Jaap en Daisy hebben gedaan.
- Reageren op een bericht van een andere lid van de groep.
Door op ‘like’ te klicken (ik vond het een leuk bericht of ik ben het er mee eens). Of door inhoudelijk te reageren, zolas Gerrit en Milo deden:
Gewoon meelezen?
Natuurlijk helemaal geen probleem. Niet iedereen stuurt berichten in of reageert, de dagelijkse kranten zouden gek worden. Gewoon meelezen kan online en door middel van een dagelijkse of wekenlijkse email. Dat laatste moet je als deelnemer wel zelf instellen op LinkedIn, via de “your settings”, onder het ‘more’ tab (tap?) van groep.
Meer weten? Tijdens de opkomende ALV (15 november, komt allen) ben ik zeker – ijs en weder dienende – aanwezig. Mocht je vragen hebben…
NB: Het bovenstaande heb ik geschreven omdat ik de vraag spontaan 3x heb ontvangen. Bij volgende reacties zal ik een ‘wat moet je nu met Twitter’ insturen….!
Een week geleden werd bekend gemaakt dat GeoLoqi onderdeel is geworden van Esri. “A beautiful match” noemde Amber Case, mede-oprichter van GeoLoqi, deze stap in een interview met Forbes. Aandacht vanuit de media kwam nu eens vanuit een heel andere hoek, zoals Forbes, Inc., Gigacom, Techcrunch, CIO.com, en van eigen bodem: The Next Web. Eerder dit jaar “overkwam” GeoIQ hetzelfde, ook zij werden onderdeel van Esri. Wat is er aan de hand?
Realtime geotiggers van GeoLoqi
GeoLoqi is een platform voor mobiele ontwikkelaars (beter: ontwikkelaars van mobiele toepassingen…!). Met behulp van de ontwikkelomgeving kunnen apps “geotriggers” activeren (als de telefoon in de buurt komt van een bepaalde locatie) of realtime bijhouden waar telefoons zijn.
Een aantal apps heeft Geoloqi zelf al opgezet, maar het is vooral om de ondersteuning van andere ontwikkelaars en apps te doen.
Location Analytics met GeoIQ
GeoIQ houdt zich vooral bezig met de analyse van zeer grote datasets, in realtime. De geografische component van Big data (..) gebruiken zij om die bergen data inzichtelijk te maken. GeoIQ is o.a. relevant voor de media, marketing afdelingen en –buro’s en overheden (zoals de Wereldbank).
Gebruikers van GeoIQ vinden elkaar in de GeoCommons, een bonte verzameling van geografische data en kaarten. Uiteraard beschikt GeoIQ / GeoCommons over een Open API voor ontwikkelaars.
Regionale R&D Centers
Esri zal de technologie van GeoIQ en GeoLoqi integreren in het ArcGIS (Online) systeem. Hoe snel dat gaat is lastig te zeggen, maar ik vond de heren van GeoIQ van het type “snelle gasten”. Bestaande gebruikers en ontwikkelaars van Esri technologie zullen zeker een verrijking van dat ArcGIS systeem merken. En nieuwe gebruikers en ontwikkelaars kunnen natuurlijk nu al gewoon (verder) aan de slag.
Beide voormalige start-ups zijn nu een regionaal Esri R&D centrum geworden. Dat is niet een nieuw fenomeen, in Europa zit zo’n centrum al in Edinburgh, Parijs en Zürich (en een beetje in Münster).
Goed nieuws voor (m)app developers?
Mijn ghostwriter raadde me dit als titel van de blogpost af, maar ik kon het niet laten als kopje hier. Of het goed nieuws is of niet, is natuurlijk niet aan Esri. In ieder geval willen we ontwikkelaars van geo-apps steeds meer functionaliteit (en data) aanbieden. En we denken dat we met deze tools een eind de goede kant opgaan.
Tijdens de aanstaande Esri Dev Summit (vrijdag 9 november in Rotterdam) zullen de sprekers zeker op die mogelijkheden terugkomen – graag tot dan! – Overigens, onderstaand een filmpje van Amber van Geoloqi tijdens een TED bijeenkomst. Geografie klonk er al aardig in haar verhaal door.
Afgelopen week organiseerde GIN-zustervereniging DVW de Intergeo, een beurs en congres met ‘alles over geo’: van (NAP) bouten tot laserscanners, van (kleine) helikopters tot software. Met zo’n 15.000 deelnemers zeker de grootste bijeenkomst uit onze sector. Ik mocht op uitnodiging van DVW even rondkijken en had ook een paar afspraken. Drie dingen die opvielen, in vogelvlucht:
Opening
Op de vooravond van het congres was er een soort van openingsavond, met een officieel tintje: voor genodigden een speciaal welkom, een blik achter de schermen van de organisatie, dankzeggingen, maar vooral korte speeches vanuit de lokale, land (Niedersachsen) en landelijke politiek. Belangrijke thema’s: open data, open goverment, zichtbaarheid van de sector (…).
De GIS Best Practice award werd toegekend aan mederwerkers van EWE Netz, het energiebedrijf van Oldenburg, die zichtelijk blij waren met de €5.000 (en die weer voor het geo-onderwijs in de regio zal worden ingezet).
Geobeurs bij uitstek
De beurs vond plaats in drie hallen van de “Messe”. Ruime opzet en redelijk vol. Als standhouder telde je zonder drone (onbemand vliegend object, ze waren er in “alle” maten) duidelijk niet mee dit jaar. Daarnaast veel aandacht voor LiDAR achtige toepassingen, te land, ter zee en vanuit de lucht. De hoeveelheid data (image of puntenwolken) zal duidelijk impact hebben op de invoer- en beheersprocessen van geo-informatie.
Ooit stond er een eenzame meetauto buiten, nu was er een hele reeks SUV’s met camera’s en scanners rondom. De demo’s van de microdrones kregen ook daar veel aandacht.
Wat verder opviel: de kamer van koophandel van Frankrijk had een gezamenlijk paviljoen voor Franse bedrijven, de vrijwilligers van www.openseamap.org vonden een warm publiek (nu nog wat data), en alle geobladen stonden broederlijk gezamenlijk naast elkaar.
Bezoekers of deelnemers
Aan het congresgedeelte heb ik niet deelgenomen, het programma wel bekeken. Interessante onderdelen van dat programma vond ik de aparte INSPIRE bijeenkomst, het GeoDataBarCamp, de Navigatiekonferenz. Al in al is de Intergeo meer beurs dan congres. Met 40% internationale deelnemers (buiten Duitsland dus) is het met recht een internationaal feestje. Een paar maten groter dan het GIN Congres, dat zich o.a. al laat verklaren doordat Duitsland een stuk groter is dan Nederland (…).
Zeer geslaagd was het Young Surveyor onderdeel, door FIG en CLGE geduwd om geo-studenten bij elkaar te laten komen. Zoiets als de student meetup tijdens de Esri GIS Conferentie, alleen een maatje groter. Ik begrijp dat de deelname uit Nederland voor verbetering vatbaar was, maar het begin is er en dat telt.
Samengevat: “het waren twee fantastische dagen”. Volgend jaar is de Intergeo in Essen. Dat klinkt meteen aantrekkelijk – Hannover is net iets te ver voor een dag -, en ik beveel een bezoek of deelname van harte aan. Wellicht met een handelsmissie uit Nederland.