Skip to content

Samen onderwijs bedrijven: nog geen voldoende

2018 February 28

Zo’n twintig leden van de vereniging GeoBusiness snelden zich recent met duidelijke verwachtingen naar de stad van het kadastraal middelpunt* van Nederland, voor een Werksessie van de Commissie Onderzoek en Onderwijs. De onderwerpen op tafel: welke bouwstenen of modules vinden deze professionals absoluut noodzakelijk voor vers afgestudeerden? Is het handig om een algemeen Geo certificaat vast te stellen, zoals dat in allerlei werkvelden al tot stand is gekomen? Een zinvolle bijeenkomst, die wel om snelle vervolgstappen schreeuwt. De gezamenlijke afstemming met het onderwijs kan namelijk beter.

Een lobby voor Geo

GeoBusiness Nederland, de branchevereniging voor bedrijven die werken met geo-informatie, neemt de relatie met onderwijs en onderzoek serieus. Het is zelfs een speerpunt geworden in de huidige lobbyagenda, naast een gelijkwaardig en eerlijk speelveld en economische groei. Voor onderwijs en onderzoek wordt de aandacht verdeeld over promotie van het vakgebied en ondersteuning van geo-opleidingen.

GeoBusiness wil nu een stapje verder gaan dan promotie en ondersteuning: samen onderwijs bedrijven. Dat leest misschien alsof de leden nu ineens zelf voor de klas willen gaan staan, als een soort van hybride docenten, maar dat is, naast een paar uitzonderingen, absoluut niet het geval. Wel willen we (ondergetekende tekent hier mede voor) meer zijn dan een promotor van goed onderwijs: het gaat om een goede aansluiting tussen onderwijs en het hele werkveld.

Het bijzondere van onderwijs blijft dat vrijwel iedereen het zelf heeft mogen ondervinden en dat we zo allemaal ervaringsdeskundige zijn. Het ‘kopje koffiegesprek’ gaat dan al snel over die docent van vroeger, die zo ontzettende boeiend lesgaf, maar die voor anderen juist aanleiding was om een andere studierichting te kiezen. Extra toepasselijk voor deze bijeenkomst: er was ook huiswerk vooraf. Met vragen als: wat wil je vandaag bereiken? Of wat zijn de vijf minimale competenties van de geo-professional en welke competenties mis je nu vooral, bij de nieuwe collega en de veteraan?

De brug tussen onderwijs en het bedrijfsleven

Wat hebben bedrijven (lees organisaties in het algemeen) nu met het onderwijs, en omgekeerd? Het zijn heel verschillende takken van sport, maar ze zijn tot elkaar veroordeeld: als afgestudeerden uit het onderwijs geen baan kunnen vinden in het werkveld, waarvoor ze zijn opgeleid, dan gaat er iets verkeerd. En omgekeerd, als organisaties behoefte hebben aan nieuwe kennis en vaardigheden, maar deze niet kunnen vinden bij jonge professionals, ook dan slaan we de plank mis. De mismatch, tussen wat opleidingen opleveren en waar organisaties behoefte hebben, stond deze middag centraal.

Terwijl geo als werkveld is verbreed, missen we juist de diepte in kennis, die voor sommige banen een vereiste is. Voor een aantal leden van GeoBusiness valt er gewoon niet aan vakbekwaam personeel te komen. Dat was al het geval voor er sprake was van een gespannen(of overspannen?) arbeidsmarkt. Geo moet sexy zijn, of minstens zo worden gebracht, kwam meermaals naar voren uit de discussie. Dat landmeten niet sexy zou zijn vind ik zelf onbegrijpelijk. Met weer of geen weer, er lekker op uittrekken, het te meten land tegemoet. Brat Pitt zelf gaf in Seven Years in Tibet al het goede voorbeeld (zie ook ‘Landmeters stralen op het witte doek’, Geo-Info).

De kloof tussen het onderwijs en het bedrijfsleven zal altijd blijven bestaan, ook al heeft het onderwijs iets bedrijfsmatig en wordt er in het bedrijfsleven ook kennis opgebouwd en doorgegeven. Het gaat er juist om deze kloof te overbruggen, de brug steviger te maken, gemakkelijk toegankelijk te maken, of beter te construeren zo u wilt.

Het goede nieuws is dat van vastgoed tot marketing, van ICT tot Geo, Media en Design: GIS en Geo-informatie komen in steeds meer opleidingen aan de orde. Wat weet je nu echt als je van een opleiding afkomt? Het is wel lastiger om te bepalen wie nu hoeveel en welke kennis van Geo heeft opgedaan. Daarnaast lijkt deze opgedane kennis steeds sneller te verdampen, omdat het geo-werkveld in de versnelling zit. Mogelijk kan een certificatieprogramma hier uitkomst bieden. In de Angelsaksische landen is zo’n certificaat al lang de norm (als voorbeeld: www.gisci.org) We hebben besloten deze mogelijkheid actief met de partners uit het onderwijs te onderzoeken.

Als Geo overal is

Nog vol in de actiemodus gingen de leden weer op weg. Ons tussenrapport geeft nog geen voldoende aan. We zijn nu in afwachting van een uitvoerig verslag, met een aanvullende actieplan, zodat we samen met het onderwijs, aan de slag kunnen.

De quote van de dag kwam van geo-veteraan Fred Janssen, “als Geo overal is, is het nergens meer.” Helemaal gelijk, pas dan is geo de normaalste zaak van de wereld. Tot we zover zijn is er nog genoeg werk aan de winkel. Aan een actieve bijdrage aan de Geoweek zal het niet liggen. Daarvoor hebben zich al meer dan tien leden van GeoBusiness aangemeld. Samen onderwijs bedrijven werkt het best als we er vroeg mee beginnen.

 

* Als je niet weet waarom Amersfoort een bijzondere plek is voor de landmeters van Nederland, dat is er toch wat fout gegaan bij je geo-opleiding.

Verschenen op 28 februari 2018 op www.geografie.nl

De kaart van het jaar ©

2018 January 20

‘Joop van der Schee ontvangt zilveren Vethmedaille’, kopte geografie.nl in november. Ik was er graag bij aanwezig geweest, maar ik kon niet om een lesrooster heen. Een van de weinige toegestane redenen om te spijbelen van de KNAG onderwijsdag, bevestigde Joop toen ik hem in de middag wél kon feliciteren. De KNAG onderscheidingen en de uitreiking aan Joop zijn onbetwist, zijn GISse leerlingen staat op een vaste plek in mijn analoge boekenkast, maar het zette me wel aan het denken over hoe het prijzen uitloven is uitgegroeid in de laatste jaren.

Mogelijk dat het naderend nieuwe jaar een rol speelt, maar onze maatschappij lijkt overspoeld te raken met verkiezingen voor politicus, sporter, journalist, et cetera van het jaar. In mijn beeld stak Nederland ooit wat mat af ten opzichte van andere landen, waar een heuse prijscultuur heerst (a la medewerker van de week), maar we hebben dat aardig ingehaald. Wat ooit begon met ‘de dag van’ of ‘de week van’ is uitgemond in een alomvattend aandachts- en prijzencircus. Blijft er wel een normale dag in het jaar over?

Dagen, maanden, jaren

Hoe het ooit begonnen is, kon ik niet achterhalen. Vaderdag, moederdag, valentijnsdag, pantoffeldag, die zijn nog wel te plaatsen, maar de dag van de bergen en de dag van het koor zijn veel lastiger te plaatsen. Gelukkig vallen ze niet op dezelfde dag, een Sound of Music-associatie is dan al snel gelegd. Voor weken is het niet veel anders. We genieten al van de week van respect, de week van het geld, de week van de lentekriebels, de week van het Nederlands, met als slogan: ’iedereen aan het woord’ – ergens lijkt dat de communicatie niet te bevorderen. Er is een maand van de filosofie (april), een maand van het spannende boek (juni) en een maand van de geschiedenis (oktober). Onderwerpen die duidelijk niet in één week passen en elkaar ook lijken uit te sluiten. Daar stelt het KNAG zich met de GeoWeek een stuk bescheidener op.

 

Voor sprekende voorbeelden voor wat een jaar ons heeft opgeleverd is kort zoeken voldoende. Zo is er een prijs voor de auto van het jaar, een tuin van het jaar, speelgoed van het jaar, woonboot van het jaar en de jonge ambtenaar van het jaar. Ik daag u uit daarvoor een combinatie te bedenken. Een beetje gemeente of provincie doet daar niet voor onder: Amsterdammer of Groninger van het jaar! Voor wie begrijpelijk het tijdsbesef kwijt is, bestaat er een overzichtelijke Fijnedag kalender. Ook leuk om je even te verbazen.

Prijsuitreiking  

De gemiddelde prijs wordt bij voorkeur op een Nationaal Congres van … (vul aan met Engels, Duits, Brandpreventie, CityMarketing, Belastingzaken) uitgereikt. Zo voerde Geo-Informatie Nederland recent een prestigieuze Geo-Prestige Award in, inclusief een gala-avond voor de winnaars en genomineerden. In de categorieën organisaties, startups (organisaties in spe?) en professionals werden de winnaars door jury en aanwezigen verdiend en uitgebreid gelauwerd. Zeker vernieuwend in het anders zo bescheiden geowereldje.

Overigens, niets ten kwade van de serieuze prijzen. Geo-Informatie Nederland en de Nederlandse Commissie voor Geodesie hebben een kersverse GIN-NCG-Scriptieprijs ingesteld. En UNIGIS, de masteropleiding in GIS aan de VU, looft al jaren een prijs uit voor de beste thesis (gefeliciteerd, Marijke Bekkema!). Maar er zijn genoeg voorbeelden waardoor je even achter je oren moet krabben. De bedrijfsadviseurs van EY roepen jaarlijks een ‘onderneming van het jaar®’ uit en Deloitte kiest de snelste groeiende techbedrijven in de Fast 50. Er is een logistieke webshop van het jaar verkiezing, inclusief kandidaten en een jury. Je favoriete kapsalon (niet de culinaire variant) kan tijdens de kapsalon van het jaar verkiezing op een podium komen. Als klap op de vuurpijl (…) heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een prijs voor de minst bureaucratische ambtenaar ingesteld. Ik ga ervan uit dat het Ministerie van OCW deze lijn links laat liggen en er geen prijs voor de minste verstrooide wetenschapper of minst wereldlijke aardrijkskunde docent komt.

Het jaar van de kaart

Ooit had een middelbare schoolprijs (beste column van de maand, blogposts waren er nog niet) op mij het nodige motiverende effect: jarenlang hing het certificaat boven het bureau waar geschreven moest worden. Het is ook het effect dat prijzen als de UNIGIS scriptieprijs en de Young Scholar Award beogen. Ze zijn bedoeld ‘om te prijzen’, om een persoon of een organisatie terecht in het zonnetje te zetten voor een fraaie prestatie en ze zo een duwtje in de rug te geven.

Juist om het geografische denken te bevorderen is het nu de hoogste tijd om naast het prentenboek van het jaar, het woord van het jaar, het managementboek van het jaar, voor een ‘kaart van het jaar ©’ verkiezing. Ik zie mogelijkheden voor een jury van cartofielen, een volksraadpleging via een appje en een gala-avond zoals bij de Oscaruitreiking: ‘En de prijs voor de meest verrassende kaart van 2018 gaat naar…’.

Ik wil er niet over zuurpruimen, maar draaien we niet een beetje door met het dagen- en prijzencircus? Is het niet bijna tijd om een prijs voor ‘de beste prijs’ uit te gaan reiken? Of stel je voor dat we volgende week, zomaar van een normale dag of week zouden kunnen genieten. Gewoon op je fiets naar het station, boek lezen op de iPad in de trein, kopje koffie erbij. Geen dag van de fiets, week van de iPad of maand van de koffie in velden of wegen te bespeuren. Het lijkt me een ideale start voor een gezond en gelukkig jaar van de kaart.

Verschenen op 2 januari 2018 op www.geografie.nl

De levende atlas

2017 November 15

Het was een van de centrale thema’s van de recente Esri GIS Conferentie: de levende atlas. ‘Atlassen helpen ons al meer dan vijfhonderd jaar om de wereld beter te begrijpen’, aldus Ten Siethof in zijn inleiding. Fraaie illustraties van vroeger wisselden elkaar af met inzichten van wat nu allemaal mogelijk is. In de woorden van een scholier: een atlas op mijn iPad, dan ‘leeft’ die zeker. Maar met ‘leven’ wordt meer bedoeld dan dat je op digitale kaarten kan ‘pennen en zoomen’. Maar wat is die atlas dan precies? En wanneer leeft die?

Vroeger tijden

Voor wie minder thuis is in de Griekse mythologie: Atlas was een halfgod die de strijd opnam tegen Zeus. Voor straf moest hij voortaan het hemelgewelf, niet de aarde, op zijn schouders dragen. Bovenop het Paleis op de dam valt Atlas niet de missen. Binnen staat ook een versie, die neerkijkt om een prachtige marmeren kaart van de ‘kring der landen’. Het was Mercator (die van de projectie) die bedacht dat ‘Atlas’ ook een goede naam is voor een boek met kaarten, een boek dat niet alleen het hemelgewelf, maar zelfs hele de wereld kan uitdragen.

Voor wie interesse heeft in een papieren versie uit die tijd biedt het Scheepvaart museum momenteel een oplossing. In toepasselijk half donker wordt Blaeu’s wereld in kaart gebracht en wordt de bezoeker enkele seconden verlichting op de meesterwerken gegund. Mercator’s projectie wordt terzijde ook nog tot leven gebracht.

Populair begrip

Bij het woord ‘atlas’ horen voor de meesten associaties met lange lagere school dagen en zo’n dik boek, dat zwaar dichtklapt. Maar sinds Mercator is het woord atlas een stuk populairder geworden. Het beeld van een atlas als verzameling kaarten zoals een Bosatlas is aan verandering onderhevig.

Zelf grasduin ik graag door kaarten en atlassen en bij een aantal atlassen kan ik me meteen wat voorstellen: een klimaateffectatlas, die het effect van klimaatverandering, lees het effect van overstroming, wateroverlast, droogte en hitte, in kaartverhalen helder verwoordt. De al eerder op  geografie.nl besproken Atlas van de Nederlandse taalwaar spreken we welke woorden hoe uit? Of de Atlas van de Onderwereld: veel minder crimineel dan een eerste indruk wellicht doet denken: want ‘Voor het eerst is de aardmantel wereldwijd en volledig in kaart gebracht’. Maar het woord atlas wordt tegenwoordig voor veel meer toegepast:

Zo is er een Atlas van het Toezicht: een publicatie, die is ‘erop gericht om toezichthouders te prikkelen, tot nadenken te stemmen en te inspireren.’ Mooie referenties naar waar een atlas voor staat, maar ik vermoed dat er geen enkele kaart in te ontdekken valt.

Wat te denken van de Atlas van de Enterprise Architectuur Rijksdienst: niet meteen bovenaan een top-10 boekenlijst, maar wel een onderwerp dat allang de hype voorbij is en dat zeker voor geïnteresseerden relevant is. Dit ‘kompas voor het digitale rijk‘ beschikt over ‘kaarten’ die in normaal Nederlands als infographic of plaatje zouden doorgaan.

Onmisbaar voor de ‘nieuwe bibliothecaris’: De atlas van de nieuwe bibliothecaris: een gids voor het nieuwe landschap van praktijk van de bieb. Lankes helpt bibliothecarissen te navigeren en te ontdekken. Zonder echte kaarten, maar wel met een veelvoud van schema’s en diagrammen.

De management literatuur staat vol met verwijzingen naar atlassen en geografie, zoals Kaplan en Nortan’s strategie kaarten of BCG’s Atlas van strategie valkuilen, maar deze website maakt het wel erg concreet: in deze Atlas of Public Management vind je openbaar lesmateriaal over de (aan)sturing van de Noord-Amerikaanse overheid. Compleet met een toets of je de juiste route hebt gevonden in dit kennislandschap.

Het gebruik en de toepassing van het woord atlas lijkt geen grenzen te kennen. Zo komt er heel wat op je af als je naar ‘atlas’ zoekt: van autotype tot gebouw, van theater tot straatnaam, we atlassen wat af met z’n allen. Eerder dit jaar bracht de Atlas voor gemeenten zelfs geluk en welzijn in kaart, want ‘Steeds meer gemeenten willen sturen op geluk.‘ Meer atlassen lijkt mij een voor de hand liggende optie.

Constant in beweging

De atlassen van toen waren slechts voor een klein publiek betaalbaar en al snel out-of-data. Een moderne atlas is altijd en voor iedereen toegankelijk en komt zo echt tot leven. Beschikbaarheid en toegankelijkheid zijn de centrale begrippen, van een 3D gebouwenkaarten  en postcodevlakkenkaart tot actuele ruimtelijke plannen van heel Nederland.

Dat leven van de levende atlas zit ook in de actualiteit van het materiaal. Dat de kaarten zelf constant en zichtbaar in beweging zouden zijn, dat hadden de kaartenmakers van toen zeker nooit kunnen voorstellen. Met een ‘Elke organisatie zijn eigen levende atlas’ sloot Ten Siethof zijn betoog af. Ik zie de ideeën voor een levende atlas voor uw school graag tegemoet. Ik voorspel dat die tot levendige en gelukkige klassen zal leiden.

 

Verschenen op 3 november op www.geografie.nl