Wijsheid, kennis, intelligentie, weten, feiten, data, het zijn van die begrippen die soms wat lastig uit de losse pols te definiëren zijn. Geowijsheid, het kan zo maar een nieuwe lesmethode zijn, en slimme kaarten passen in dat rijtje. Ook de onderlinge verhouding tussen deze begrippen vergt wat nadenkwerk. Wat is wijsheid nu precies? Bestaat wijsheid zonder kennis? Zit kennis in een computer of een boek? En als je alle feiten kent, wat weet je dan?
Een slimme wereld
Toen ik me in de slimme wereld voor een gastcollege bij de Minor Smart World van Windesheim Flevoland mocht verdiepen, werd de link tussen de onderwerpen meteen duidelijk gesteld: onze wereld wordt steeds slimmer en dus zijn er steeds meer kansen voor innovatie. Technologie wordt slimmer en je kan deze technologie ook slim inzetten. Maar graag plaats hierbij ik een aantal vraagtekens.
Slim inzetten is meteen duidelijk, maar is technologie zelf, of een kaart of de wereld, wel slim? Groningen Bereikbaar heeft zo’n slimme kaart. De kaart geeft naast drukte op de weg ook wegwerkzaamheden en evenementen, die de autobezitter dwars kunnen zitten, keurig weer. Handig als je de snelste route door Groningen wilt plannen. Maar waarom is de kaart slim? Zet die meer aan tot denken? Is deze kaart slechts handiger dan de analoge versie?
Ik neem aan dat we smart-manie te danken hebben aan de smartphone. Zoals bekend kan je dankzij die slimme telefoon hele domme dingen doen. Bij de VU wordt dat actief ontmoedigd door ‘smombies’ te waarschuwen. In het verkeer moet je opletten op het verkeer, en niet op je telefoon kijken of er ook verkeer aankomt. En nu maar hopen dat deze smombies op straat kijken in plaats van naar de telefoon.
Taal is in beweging, maar of de smart-mode wel zo slim is? Slimme wegen, slimme fietsen, slimme schoolborden, ook ik heb mijzelf vaak genoeg aan de slim-noemerij schuldig gemaakt. Van een echt neologisme kan geen sprake meer zijn. Al in 2001, 16 jaar geleden, langzaam op weg naar volwassenheid, schreef het project De Internet Atlas in de Klas, over ‘slimme kaarten op computers, wat kan je ermee in de klas?’, meteen gevolgd door ‘voor slimme leerlingen’ en ‘smart teachers’. Die docenten weten wel raad met de begrippen uit de inleiding van deze blogpost.
Het blijft wel een bijzondere combinatie: slim en kaarten. Slim is een woord dat ik met denken en gedrag associeer, zoals ‘stroperigheid’ bij motorolie hoort en ‘poreus’ bij rubber. Natuurlijk kan men met enige fantasie die woorden ook op mensen van toepassing verklaren. ‘Als je niet smart bent, tel je als stad niet meer mee’, schreven Egbert van der Zee en Demi van Weerdenburg in april op geografie.nl. Zo is het met kaarten ook een beetje.
Geowijsheid
Het begrip slimme kaarten nodigt in ieder geval uit tot overdenken. De suggestie is duidelijk: door gebruik van slimme kaarten wordt je vanzelf ook slimmer. Welke kaart(lezer) wil er nu voor dom versleten worden? Maar doen we dankzij die slimme kaarten als vanzelf meer kennis op? En leidt die kennis tot meer wijsheid? Enige twijfel is op zijn plaats. Zo schrijft René ten Bos in Dwalen in het Antropoceen: ‘Hoe meer instrumenten we hebben die zeggen waar we zijn, hoe minder goed we lijken te weten waar we zijn of waar we naar toe gaan.’ Dat is heel herkenbaar. Probeer maar eens uit: bel een automobilist die onderweg is en vraag waar hij is. Grote kans dat het antwoord ‘ben er over 20 minuten’ luidt. En op de vraag : ‘neem je de noordring of de A12?’, volgt zeker ‘geen idee, ik volg de navigatie’. Terwijl dat apparaat een 100 meter kortere route al als een betere route aangeeft. Dit bevordert de ontwikkeling van een slimme wereld duidelijk niet.
Kennis associeer ik vooral met onderwijs en onderzoek, met hoofden die gevuld moeten worden, of beter, hoofden die leren hoe ze zichzelf kunnen vullen met kennis. Dankzij kennis weet je hoe je iets moet doen, dus hoe je het beste van A naar B moet komen. Het is wijsheid als je weet of je het moet doen, of niet*. Zo is Geowijsheid: gewoon nog even thuiswerken, als door file de Groninger ringweg op slot zit. En ook: nooit te hard over die ring, al laat de kaart het toe. – Ik zie het al voor me. ‘Maar agent, ik volgde een slimme kaart.’ ‘Een beetje dom’ zou zomaar het antwoord kunnen zijn.
*Vrij naar Vivian Clayton, uit Stephen Hall’s ‘Wisdom’.
Verschenen op Geografie.nl, 15 september 2017
Niet dat ik van plan ben om alle gezegdes met het woord ‘kaart’ in columns voor geografie.nl aan de orde te brengen, in kaart gebracht, zich in de kaart laten kijken, in de kaart spelen, et cetera, maar voor ‘van de kaart’ maak ik graag een uitzondering. Het is een vrije vertaling van de titel van Alastair Bonnet’s boek Off the map. Alastair neemt je mee op een ontdekkingsreis naar bijzondere plaatsen, die na ontdekking toch weer heel normaal blijken te zijn. Hij is niet de enige die uitnodigt om even van de kaart te zijn. Er is een ruim aanbod van boeken die geografische verbeelding oproepen. Ze zijn van harte aanbevolen, voor tijdens en na een zomervakantie.
Topofilie
Bonnet’s boek is eigenlijk een boek over de liefde, de liefde voor plaats (topofilie). In verhalen over 47 verloren gegane plaatsen, eilanden die nog van niemand zijn, dode steden et cetera dwingt de auteur de lezer anders tegen plaats aan te kijken. Hij neemt je mee op weg naar plaatsen die slechts op weinig kaarten staan, soms zelfs op geen enkele. Bijvoorbeeld naar spookeiland Sandy Island, dat op veel kaarten stond en zelfs Google Earth haalde, maar dat in november 2012 toch niet te vinden was. Zelfs het E.D. (existence doubted) waren de cartografen van toen vergeten op de kaart te vermelden. En naar het ineens opgedoken eiland New Moor, waarover India en Bangladesh zich druk maakten. Dat probleem loste zich vanzelf op, zodra het eiland van nature weer was verdwenen.
En wat te denken van Kangbashi (afbeelding bovenaan), als voorbeeld van de maakbaarheid van het stedelijk landschap, dat duidelijk zijn grenzen kent: we leven in een tijdperk van lege steden. Chinese stedenplanners lijken er een gewoonte van te maken om ‘steden zonder bewoners’ te plannen. Maar zijn steden zonder bewoners wel steden?
In het hoofdstuk over enclaves wordt gesuggereerd dat de chitmahals, de Bangladeshi enclaves in India, in 1947 door een dronken Britse cartograaf zijn ontstaan: hij gooide per ongeluk zijn inktpot om toen hij de nieuwe grens intekende, met de chitmahals als resultaat. Voor niet-grens overstijgende gezondheidszorg vormen zij een serieus probleem. Baarle-Hertog en Baarle-Nassau ontbreken in dit hoofdstuk niet. Mocht de landsgrens daar dwars door je huis gaan: je betaalt belasting in het land waar je voordeur staat. Door die te verplaatsen kan je dus zomaar, volkomen legaal, in een gunstigere belastingschijf vallen. Leven in een cartografisch unicum, het voegt als vanzelf extra waarde toe aan je huis en het woongenot.
Plaats zegt zoveel over onze identiteit. En ook al hebben we behoefte aan mobiliteit en onze roots, misschien moeten we maar toegeven dat ook grenzen inspireren. Off the Map is een boek dat ons herinnert aan de tijden toen geografie een centraal begrip was voor moraliteit en religie. Het is uitermate geschikt om bij weg te dromen. Met mooie, en bijna niet te vertalen, zinnen als: ‘Unruly places that defy expectations. It is not down on any map. True places never are.’ en ‘The Discovery of non-existent places is an intriguing byway in the history of exploration.’ Zo is het maar net.
Plaatsen die op geen enkele kaart staan
Voor de professionele en amateur wegdromers van deze wereld heb ik nog meerdere werken in de aanbieding. In An Atlas of Countries that don’t existlukt Nick Middleton het toch om er vijftig te beschrijven. Hij herinnert de lezer aan de tijd dat de wereldkaart nog niet zo duidelijk verdeeld was over soevereine staten, maar juist veel witte plekken kende. Kolonisatie en dekolonisatie hebben zo zijn tol geëist, uiteindelijk ook op de kaart. Vrijstad Christiana, Kopenhagen’s hippiestad, Moresnet, de dwergstaat ten zuiden van het Drielandpunt, Atlantium, de microstaat in Australië, en Sealand, de booreiland-staat net voor de Engelse kust, ze komen allemaal aan bod, in een mooi vormgegeven boek dat net geen atlas is.
Umberto Eco ontdekt in De geschiedenis van imaginaire landen en plaatsen de plekken en landen waarvan veel mensen geloofden dat ze ook echt bestonden. In slechts 478 pagina’s, inclusief bronvermelding, gaat Eco veel verder dan Luilekkerland, Utopia of Atlantis: ook de Peutingerkaart, El Dorado, de wereldkaart van Ebsdorf, de (denkbeeldige) landkaart van de liefde en hartstochten, zelfs de kaart van het paradijs (en de andere kant op, die van de hel) komen aan bod. Een reis door het verleden vertelt door de verbeelding van toen.
Plaatsen die op geen enkele kaart staan. Je zal er maar wonen. In Paul Beaty’s De verrader pikt de hoofdpersoon het niet langer dat zijn stad Dickens alleen nog in zijn hoofd bestaat, en niet meer op de kaart. Zelf bebouwde kom-borden plaatsen en grenzen trekken (van die dikke witte strepen) bleek gemakkelijker dan een stedenband aangaan. Wanneer zelfs Tsjernobyl een partnership afwijst, dan weet je dat de kans om weer op de kaart verschijnen uitermate klein is. Uiteindelijk wint de volhouder – Dickens wordt weer in het weerbericht genoemd – en staat Dickens weer op de kaart.
Even van de kaart zijn
Even zonder richting, zonder bestemming, onbekend terrein, geen legenda of vooral: agenda. Voor geografen kan het best lastig zijn, maar het helpt altijd om weer op koers te komen. Bonnet, Middleton, Beaty, Eco en veel anderen bieden daarvoor een goede handleiding. Voor het ware van de kaart zijn is uiteraard geen handleiding, of kaart, noodzakelijk.
– geschreven voor geografie.nl, 7 juli 2017
Wat? Geen foutje in uw browser of een onoplettende eindredacteur, maar: er wordt in Nederland heel wat in kaart gebracht. Dat gegeven eens in kaart brengen lijkt mij wel gepast. In kaart brengen is een bezigheid waar slechts weinig organisaties om heen kunnen. Maar na een trotse aankondiging kom ik regelmatig geen enkele kaart tegen. Een gezegde als ‘in beeld gebracht’ of ‘in woorden verwoord’ zou dan beter passen. Teleurgesteld ben ik echter zelden. Voor de kaart bestaan alleen maar kansen.
Vervlogen tijden
Ver moet ik niet gaan om een trotse organisatie te vinden: de Vrije Universiteit meldt “Vondsten hobby-archeologen voor het eerst in kaart gebracht”. Het leest premièrewaardig en inderdaad: voor het eerst is het werk van hobby-archeologen systematisch in kaart gebracht. Gelukkig worden de vondsten niet enkel in een lijst gepresenteerd, maar ook in een kaart. In Loppersum is een Romeinse draadfibula gevonden en in Berkelland een vlamvormige bronzen speer-/lanspunt uit de Midden Bronstijd. Je dwaalt even door vervlogen tijden.
Een zoektocht naar “in kaart gebracht” gaat gemakkelijk met “Google Search”. Als er nieuws over “in kaart gebracht” op het web openbaar wordt gedeeld, dan krijg je daarover een (g)mailtje. Voor het gemak deel ik ze in categorieën: goed gedaan, dit kan beter. Een beknopte bloemlezing van wat je dan zoal tegenkomt:
Goed gedaan
Terrassen in Nederland
“Amsterdam de stad met de meeste terrassen van Nederland” kopt Foodclicks. Inderdaad, “Misschien niet helemaal verrassend”, want alles waar Amsterdam de meeste van heeft (bijvoorbeeld koffiezetapparaten) is meteen verdacht en niet wetenswaardig. Maar zelfs relatief wint Amsterdam, met 387 inwoners per hoofdstedelijk terras. Ik vermoed dat toeristen zich ook een plekje op een Amsterdams terras toe-eigenen. Er gaat overigens weinig boven het grootse terras van Drie Gezusters aan de Grote Markt in Groningen. Met 648 stoelen geldt dat terras van de als een van de grootste van Nederland (zie de kaart van Datlinq).
Zoet-en zout water
Voor de landbouw een belangrijk thema: de zoet- en zout waterverdeling in de ondergrond. De provincie Zeeland en waterschap Scheldestromen brachten het “exact” in kaart. “Door met behulp van een kaart inzichtelijk te maken waar zoet water zich bevindt of waar dit het beste kan worden opgeslagen, kunnen boeren bewuste keuzes maken in gewassen en wateropslag”. Voor de professional is de achterliggende data als open data ook te downloaden, het Waterschap Scheldestromen tekent voor de visualisatie (zie de kaart van Scheldestromen).
Geluk in kaart
De Atlas voor Gemeenten heeft voor het eerst het geluksgevoel per gemeente in kaart gebracht in de Geluksatlas 2017, meldt de NOS. Inwoners werd gevraagd om een oordeel te geven over het lokale geluk, met de atlas als resultaat. Voor wie het wil weten: de inwoners van Ede zijn het gelukkigst, met dank aan het christendom, volgens het Reformatorisch Dagblad. Ik vraag me wel af of je geluk “gemiddeld” wordt als je dichtbij de grens van twee gemeenten woont. Volgens de NOS kaart is het geluksgevoel op de Waddeneilanden, buiten Texel, “onbekend”. Dat kan ik wel weer plaatsen.
Dit kan beter
Albatrossen tellen vanuit de ruimte
“Wetenschappers tellen albatrossen in Nieuw-Zeeland vanuit de ruimte”, meld nu.nl Het is alsof de veldwerkers tijdelijk naar een satelliet zijn verplaatst. Geen kaart te vinden op nu.nl, het achterliggende wetenschappelijk artikel is wel met kaarten verrijkt. Zeker interessant, want gezien vanuit een satelliet zijn albatrossen slechts enkele pixels groot. Wat je allemaal niet ziet vanuit een satelliet*.
Afvaldumpers kunnen vrijwel niet gepakt worden
Met 3188 meldingen (!) van illegaal dumpen van afval is zeker een indrukwekkende kaart te maken. De gemeente Sittard-Geleen brengt de hotspots van afvaldumping al in kaart, nu nog openbaar delen zodat we er met z’n allen wat beter op kunnen letten. De pakkans (nu 1.4%) kan alleen omhoog.
De staat van het Nederlands
“Meer dan 6.500 mensen hebben deelgenomen aan het panel en een vragenlijst ingevuld om zo de staat van het Nederlands in kaart te brengen.”, schrijft het Meertens instituut. Zeker een relevant onderwerp, wie spreekt er waar en wanneer Nederlands en hoe verandert dat door de tijd heen. Bij zo’n onderwerp verwacht je veel woorden, meer dan een enkele kaart naast de vele grafieken, kan ik in het onderzoeksrapport niet ontdekken.
Kansen voor de kaart
Niets is veilig voor het in kaart te brengen. Zo schrijft Marek Šindelka in “Anna in kaart gebracht” : “Met de kaart van jou in zijn handen kon hij naar willekeur door jouw wereld wandelen”. Wat de kaart al niet mogelijk maakt.
Dank de dagelijkse meldingen van Google Search kan ik nog wel even doorgaan. Er zijn veel verschijnselen, waarvan we weten dat ze dankzij kaarten zoveel beter inzichtelijk zouden worden. Genoeg kansen dus om de wereld beter te begrijpen. Dat is goed nieuws voor hen die dat ook met daadkracht voor elkaar kunnen krijgen.
*vriendelijk geleend van de inaugurele rede van prof. dr. S.M. de Jong, dd. 16 september 1999, Universiteit Wageningen.
verschenen op www.geografie.nl, 23 mei 2017